Ellen Varenbrink–Dijkman
Graag neem ik de pen over van George Versteeg. Ik ken George via het bestuur van Stichting Buurtbelangen Larense Broek e.o. We zetten ons in voor de leefbaarheid van onze buurt. Hoe leuk is het om samen iets moois neer te zetten, zoals de Buurt Energie Strategie (BES). Ik geloof dat strijden alleen geen energie geeft. Het is goed om een alternatief te bedenken, zelf met een plan te komen. Dat geeft energie, opent het gesprek en levert nieuwe kansen en inzichten op.
Mijn naam is Ellen Varenbrink–Dijkman. Ik woon samen met mijn man Willem Varenbrink en dochters Stien (8) en Hanna (6) aan de Broekdijk. Negen jaar geleden kregen wij de kans om op de boerderij van mijn oma en opa, naast mijn ouders te gaan wonen. We genieten nog iedere dag van deze kans. Ik snap nu ook steeds beter de uitspraak van mijn oma: "Ik kan toch zo bes thuus wèèn."
Ik studeerde op de Saxion Hogeschool in Deventer planologie en in Wageningen plattelandsvernieuwing & rurale sociologie. Daarna werkte ik bij de gemeente Hengelo, de Regio Achterhoek en de gemeente Berkelland. Sinds vijf jaar werk ik bij de gemeente Voorst als bedrijfscontactfunctionaris. Ik ben het aanspreekpunt voor de bedrijven in de gemeente. Een leuke baan met veel contacten buiten het gemeentehuis. Ik denk met ondernemers mee en maak ze wegwijs in de gemeentelijke organisatie.
Door mijn studie raakte ik betrokken bij het project Laren III, oftewel de Westermark. Op dit project ben en blijf ik trots. Een goed voorbeeld van hoe eigen initiatief loont. En dat is waar we in Laren goed in zijn, dat is goud. In het verleden was ik werkgroeplid bij Wakker Loarne. Daarnaast deed ik aan buurtbemiddeling. Met de komst van de kinderen werd de tijd schaarser, dit vroeg om bewustere keuzes. Nu draag ik mijn steentje bij op school en zet me in voor de leefbaarheid in de buurt.
Ik houd enorm van de moestuin. Net als mijn oma deed. Toch heb ik een “iets” andere kijk op alles wat groeit en bloeit. Mijn vader noemt ons erf gekscherend “de woeste hoeve”. Een andere passie zijn onze prachtige geiten. Nadat mijn vader stopte met jongveeopfok, kreeg ik de kriebels om mijn eigen geiten te melken. Inmiddels zijn er dertien geiten op ons erf. Ik melk iedere ochtend vijf geiten met de hand. Ik ben absoluut geen ochtendmens, maar voor de geiten sta ik iedere dag met liefde vroeg op.
Van mijn vader leerde ik het melken en alles daaromheen. Mijn man is van de technische dienst. Mijn moeder helpt met verzuivelen. Van de melk maken we kwark, kefir, kaas, boter, karnemelk en paneer.