Hendri Eggink
Nadat mij de vraag werd gesteld of ik een artikel wilde schrijven voor de rubriek “Mijn leven als vrijwilliger” in Laren Magazine, dacht ik eerst laat mij toch lekker mijn ding doen… Maar snel kwam de gedachte om het vrijwilligerswerk positief uit te dragen.Een ieder weet dat elke vereniging of organisatie draait op de inzet van vrijwilligers. Het is van belang dat mensen zich in blijven zetten voor vrijwilligerswerk. Zonder deze tomeloze inzet heeft een vereniging of organisatie geen bestaansrecht. Daarom hulde aan alle mensen die vrijwilligerswerk, in welke vorm dan ook, uitvoeren.
In de jaren tachtig kreeg ik voor het eerst te maken met ‘vrijwilligerswerk’. In 1981 werd ik namelijk lid van postduivenvereniging PAX Snelpost te Lochem. Een in die tijd nog bloeiende vereniging met duivenmelkers welke wedstrijden vlogen met postduiven veelal vanuit België en Frankrijk. Ik mocht helpen met het inmanden van de duiven. De jaren daarop kreeg ik steeds meer taken te verrichten, waaronder het concoursleiderschap en sinds 2015 het secretariaat.
De duivensport evolueerde in de opvolgende jaren snel en de computerklok deed zijn intrede. Tegenwoordig wordt het meeste digitaal verwerkt. De taken zijn daarmee wat aangepast maar toch is het werk er niet minder op geworden. Maar als het werk gedaan is en de duiven uiteindelijk op transport zijn richting (Zuid) Frankrijk dan is er voldoening. Zeker als dan op de wedstrijddag jouw duif/duiven met een gemiddelde snelheid van 70 km/u vanuit een Zuid-Franse losplaats (bijv. Marseille) terugkeren op het hok. Dat blijft een kick vol adrenaline.
Momenteel ondervinden wij binnen de postduivenvereniging de nodige moeite om de leden te behouden. De liefhebbers komen op leeftijd waardoor het houden van postduiven soms niet meer mogelijk is. Daarnaast moeten de werkzaamheden met een steeds kleiner aantal vrijwilligers uitgevoerd worden. Zeker in de huidige tijd met de geldende coronamaatregelen vergt dit extra inzet van de beschikbare vrijwilligers.
Binnen het dorp Laren zet ik mij eveneens graag in als vrijwilliger. In 2009 ben ik na de presentatie van het dorpsplan toegetreden tot de werkgroep Leefbaarheid. Er konden vanuit het dorpsplan de nodige actiepunten binnen de werkgroep worden opgepakt. Daarnaast heeft de werkgroep een aantal jaarlijks terugkerende activiteiten waaronder de bermenopruimactie, uitreiking van de Wakker Award en ondersteuning van nieuwe (burger)initiatieven. Vanuit de werkgroep Leefbaarheid nam ik deel aan het project “Kunstgrasveld” bij het scholencomplex.
Binnen het project was mijn taak de voorbereiding en uitvoering van de aanleg en oplevering van het kunstgrasveld. Ondanks de nodige energie en tijd die het gekost heeft kijk ik met trots terug op het project maar ook naar de saamhorigheid van het dorp Laren om het project te laten slagen.
Vanuit de werkgroep Leefbaarheid houd ik mijn al enkele jaren bezig met het parkbanken- en prullenbakkenplan. Het doel van het plan is om samen met gemeente Lochem en Circulus Berkel te zorgen voor een goed onderhouden en een ruim aanbod aan parkbanken in en rondom het dorp Laren. Daarmee trachten wij eveneens meer rustplekken in het coulisselandschap te creëren. In 2018 heb ik het voorzitterschap van de werkgroep Leefbaarheid aanvaard. Een nieuwe uitdaging met veel contacten binnen diverse kringen en organisatie op het gebied van leefbaarheid. Een boeiend leerproces waarmee jij je kennis kunt vergroten met als doel het verbeteren van de leefbaarheid in het dorp Laren.
Naast Wakker Laorne ben ik inmiddels ook zeven jaar actief binnen het bestuur van het Kulturhus het Kruispunt, daarbij draag ik zorg voor de ‘penningen’. Tot de taken behoren ondermeer het werven van donateurs en het verkrijgen van (projectgerichte) subsidies. Het blijft voor elk project of verbouwing binnen het Kulturhus een uitdaging om de financiën rond te krijgen. Soms kan volstaan worden met eigen middelen, maar bij grotere projecten wordt getracht een beroep te doen op subsidiemogelijkheden. In de achterliggende periode zijn de verbouwing van het mortuarium tot familiekamers, het project SAMSAM van het Oranjefonds en het project Toegankelijkheid projecten geweest waar de nodige tijd in is gestoken om het financieel haalbaar te maken. Maar ook het accommodatiebeleid van gemeente Lochem heeft ons scherp gesteld om te zoeken naar alternatieven waarmee de kosten laag blijven of zelfs verlaagd kunnen worden. Dit alles voor het behoud van een dorpshuis.
Het vrijwilligerswerk blijft noodzakelijk voor verenigingen en stichtingen maar ook als ‘Noaber’ in de buurt. Helaas ondervinden verenigingen in het dorp te vaak dat zij een vacature niet ingevuld krijgen. We ‘vissen’ veelal in dezelfde vijver van vrijwilligers. Mijn inziens is het belangrijk dat jongeren ook de kans en waardering kunnen krijgen voor een functie binnen een vereniging of stichting. Een rubriek van vrijwilliger gezocht zou daar misschien aan bij
kunnen dragen.